-
1 endurcir
endurcir [ãduursier]1 harden (tegen) ⇒ gehard maken, gewennen (aan)v1) gehard maken, gewennen (aan)2) verharden -
2 приучать
-
3 приучаться
vgener. wennen, zich aanwennen, zich gewennen (aan-ê) -
4 rompre
rompre [rõpr]♦voorbeelden:2 rompez! • ingerukt!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 breken ⇒ af-, verbreken♦voorbeelden:rompre un marché • een zaak annulerenrompre les rangs • de gelederen verbreken, inrukkenapplaudir à tout rompre • hard applaudisserenrompre en visière • openlijk aanvallen♦voorbeelden:v1) breken (met)2) inrukken [leger]3) (af)breken4) doorbreken -
5 привыкать
vgener. gewennen, wennen, gewoon worden aan (к чему-л.), zich aanwennen, zich gewennen -
6 harden
v. (ver)harden, hard/ongevoelig worden/maken[ ha:dn]1 (ver)harden ⇒ hard/ongevoelig worden/maken2 gewennen♦voorbeelden:this hardened her in her determination • dit stijfde haar in haar vastberadenheid -
7 accoutumance
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский